Filosofisch Naturalisme.
Is de fysieke wereld alles dat er is?
Wat is Filosofisch Naturalisme?
Filosofisch naturalisme is het standpunt dat vertrekt van de veronderstelling, dat er in de werkelijkheid niets is, buiten de natuur. Filosofisch naturalisme moet in overeenstemming zijn met de natuurwetenschap. Het filosofisch naturalisme reduceert alles wat in de werkelijkheid bestaat tot een autonoom object, met een fysieke aard.
Filosofisch naturalisme staat in contrast met idealisme. Idealisme stelt dat de werkelijkheid louter bestaat dankzij het subjectieve bewustzijn. Het idealisme reduceert de werkelijkheid dus tot een idee.
Wetenschappelijk naturalisme kan daarnaast worden gedefinieerd als de opvatting, dat de wetenschap de beste beschrijving van de werkelijkheid geeft. Het bewustzijn bestaat uit verschillende cognitieve processen, die, als natuurlijke processen opgevat, tevens op een natuurwetenschappelijke manier moeten worden benaderd.
De fout van Descartes
Descartes verdeelde de werkelijkheid in twee substanties, een uitgebreide substantie en een mentale substantie. Maar volgens Gilbert Ryle kan een mentale toestand niet worden gecategoriseerd als een substantie, maar alleen als het product van een substantie.
Een naturalistische kijk op het bewustzijn, waarbij het bewustzijn wordt gezien als een autonome fysieke entiteit, is volgens Ryle een voorbeeld van een categoriefout. Een substantie markeert dus het verschil tussen het materiële en het immateriële. Een substantie verwijst namelijk naar een object dat op zichzelf bestaat en als zodanig ook begrepen wordt.
Het menselijk lichaam behoort volgens deze definitie overduidelijk tot de categorie van de substanties. Het menselijk geestelijk vermogen daarentegen is volgens het filosofisch naturalisme afhankelijk van een fysiek brein, en kan daarom niet als substantie worden aangemerkt.
Is er leven na de dood?
In de visie van het filosofisch naturalisme bestaat de geest, of de ziel, niet op zichzelf, maar is deze het product van een hersenproces. Als het lichaam sterft, sterft ook de geest, volgens het filosofisch naturalisme. De ontologische status van de geest hangt dus af van de ontologische status van een fysieke materialiteit.
De grondleggers van de fenomenologie, Edmund Husserl en Merleau-Ponty, stellen dat het filosofisch naturalisme de noodzakelijke voorwaarden van zijn eigen mogelijkheid over het hoofd ziet. Filosofisch naturalisme is volgens Husserl een grove vereenvoudiging van de werkelijkheid, omdat het de dagelijkse leefwereld van het subject voor lief neemt. Een radicaal naturalistische benadering van de werkelijkheid, gaat voorbij aan de basisstructuur van de alledaagse intersubjectiviteit, zonder welke wetenschap, niet eens mogelijk zou zijn.